Het probleemkind

Gepubliceerd op 7 december 2022 om 13:23

Stel je hebt een kind onder je hoede dat grof is,  pest zijn zusje of broertje, zeurt om een koekje, wil niet slapen, zit urenlang op playstation, drugs enzo voort.. Je hebt zelf vast tientallen, zo niet honderden voorbeelden. Kortom, je kind vertoont gedrag dat in jouw ogen lastig is. Hoe zou je als volwassene met dit gedrag om kunnen gaan ? 

 

Een van de meest voorkomende gezinssituaties is het 'probleemkind'. Dit verhaal kennen we allemaal. Misschien waren wij zelf het probleemkind; mogelijk hebben we een broer of zus die de ondankbare rol op zich nam (terwijl wij naar voren kwamen met de rol van het 'brave kind', dat een eigen boek verdient). Misschien denken we dat een van onze kinderen aan de beschrijving voldoet. Het 'probleemkind' is de hoofdrolspeler van veel van de verhalen die gezinnen in therapie brengt. Hoevaak heb je dit gehoord ?

Ons gezin functioneert uitstekend, zeggen de ouders, het enige probleem is dat onze 14-jarige dochter een leugenaar is die altijd in de problemen komt. Of alles klopt, behalve dat onze 20-jarige zoon slechte vrienden heeft. Of, alles is geweldig maar onze jongste dochter haar reacties zijn overdreven emotioneel en gewelddadig. De meeste opvoedingsboeken gaan er op voorhand van uit dat lastig gedrag ongewenst gedrag is. Het is een probleem dat moet worden opgelost. Het is uiteraard de taak van de ouders om het lastige gedrag aan te pakken en de meeste boeken leveren dan ook de benodigde pedagogische hulpmiddelen en technieken om dat voor elkaar te krijgen. De visie van deze boeken is dat kinderen van nature "nu eenmaal zo zijn" en het is de taak van de volwassenen om duidelijke grenzen te stellen en ervoor te zorgen dat het kind leert om zich netjes te gedragen. Als je dat niet doet worden het verwende kinderen en zullen ze voortdurend over jouw grenzen en over die van anderen heen gaan. 

 

Er was eens een moeder naar mij toegekomen en deed haar beklag over haar zoon. " Toen hij klein was, was het zo'n aardige jongen, hij was zo lief en netjes. Hij was beleefd en luisterde goed. Kijk hoe hij nu is geworden Soum, ik snap het niet"  vertelde ze mij. Toen antwoordde ik met alle eerlijkheid; Lieve zuster toen hij klein was, droeg hij de kleren waarvan jij wilde dat hij ze droeg, gedroeg hij zich zoals jij wilde dat hij zich zou gedragen en zei hij de dingen, waarvan jij wilde dat hij zou zeggen. Hij luisterde naar iemand anders die hem constant vertelde wat hij moest doen. Je zoon is niet veranderd. Hij luistert nog steeds naar andere mensen die hem vertellen wat hij moet doen. Het probleem is alleen dat jij dat niet meer bent, maar het zijn nu zijn leeftijdsgenoten". Dit was een klap in haar gezicht maar de realiteit die veel ouders moeten horen. 

De paradox subhanaAllah is dat we ook als ouders bij voorkeur ook kinderen willen die: eigenwijs en kritische volwassenen gaan worden. Die in staat zijn om in omgang met andere mensen een rechte rug kunnen houden en (als dat nodig is) hun eigen koers te varen. We hopen dat ze opkomen tegen onrecht en zich verzetten als dat nodig is. Alleen niet tegen ons. Als wij ze iets verbieden, dienen ze alles te gehoorzamen zonder enige gejammer. 

 

Wat als we als ouders eens op een andere manier zouden kijken?

 

Stel je zou eens met je kinderen naar een museum gaan. Je weet nu al dat tot een nogal stressvolle situatie kan leiden. Kinderen zijn nu eenmaal geneigd om alles te willen aanraken, voelen en vast te houden. Voor een museum is dat natuurlijk een ramp. Dure kunst mogen nu eenmaal niet aangeraakt worden. Vandaar dat ze in vitrines en achter touwen zo goed mogelijk opgeborgen worden. Als je als ouder of leerkracht met kinderen een museum gaat bezoeken voor een thuisonderwijs-project, moet je dan ook voortdurend op je hoede zijn of wel overal af blijven. Voor je het weet ben je gedwongen alle strategieën die je tot je beschikking  hebt om met dit lastige gedrag om te gaan uit de kast te halen: verbieden, belonen, zo goed en kwaad mogelijk negeren, afleiden, noem maar op...

De neiging van kinderen om in een museum overal aan te zitten zou je zo op het eerste gezicht als lastig gedrag kunnen beschouwen subhanaAllah. Dit lastig gedrag zou je vervolgens met alle strategieën willen proberen op te lossen zoals: belonen als ze nergens aanzitten, ze afleiden door te vertellen wat ze kunnen zien, ze op schoot nemen of in de buggy vastmaken. Per kind en per situatie zal de ene strategie beter werken dan de andere op die moment. Maar wat je aanpak ook is: het doel is het lastige gedrag te onderdrukken. Alle strategieën getuigen van wat ik noem een 'ja-maar' manier van denken: ja, kinderen willen ergens aanzitten, maar dat is niet de bedoeling. Zodra je op een 'ja-maar' manier naar een probleem kijkt (als iets wat er niet mag zijn), dwing je jezelf om allerlei strategieën te bedenken die het probleem wegwerken. Je zou ook kunnen zeggen dat je met een 'ja-maar' manier van kijken een tunnel creëert: De enige optie die overblijft is met het probleem in gevecht te gaan. Je denkt dan automatisch dat kinderen nergens aan mogen zitten. 

 

Maar wat als je er niet op een 'ja-maar' naar zou kijken, maar er gewoon een 'ja' tegen zou kunnen zeggen ? Wat als we het gedrag van kinderen om overal aan te zitten niet als een probleem benaderen dat weggewerkt moet worden maar een 'behoefte' die er simpelweg GEWOON is. En zo vreemd is dat niet. Kinderen willen nu eenmaal overal aanzitten. We deden het zelf toen we kind waren, onze kinderen doen het en ook onze kleinkinderen zullen het op een dag ook doen. Kortom, je maakt van het probleem een feit en van een mening een soort van waarneming. Dat klinkt natuurlijk mooi en gemakkelijk, ik weet het. Kinderen die overal aan willen zitten blijft natuurlijk irritant voor sommige ouders. Maar daarna zou je een volgende stap kunnen zetten,  je zou 'ja-en' kunnen zeggen tegen het feit dat kinderen overal aan willen zitten. Wat als dat 'de bedoeling' zou zijn? Door je hersenen de paradoxale opdracht te geven dat de neiging van kinderen om overal aan te zitten ' de bedoeling is, creër je voor jezelf een vorm van creatieve inspanning.

Hoe kan je deze twee tegenstellingen van " kind wil overal aan zitten versus dat is de bedoeling' nu met elkaar verenigen? Dat is toch als olie en water ? Die passen toch per definitie niet bij elkaar ? Het mooie aan deze paradoxale opdracht is dat je als ouder je hersenen daarmee forceert los te laten. Door deze patroon los te laten om op een hogere niveau een nieuwe mogelijkheid te creëren waar die tegenstelling word opgelost. Welnu, als je echt wilt veranderen en je relatie met je kind enige aandacht en tijd gaat schenken zul je alles anders zien en je perspectief zal zo veranderen. Sterker nog, we zullen dan kinderen accepteren in hoe ze zijn en dat ze de neiging hebben om alles te willen aanraken en dat het zelfs de bedoeling is om alles te WILLEN aanraken. Hoe meer ze overal aanzitten, des te geslaagder is museum bezoekje;)

 

 

Deze manier van denken, waarbij je gedrag van kinderen niet ziet als een probleem dat weggewerkt moet worden, maar als een feit waarmee je een nieuwe mogelijkheid kan creëren, noemen we vanaf nu 'leren anders te denken' door anders te denken los je een probleem niet meteen op, maar accepteer je het en transformeer je het tot een nieuwe mogelijkheid. Om een probleem vanuit een ander ogpunt te zien, zijn er twee stappen nodig inshaaAllah.

De eerste stap: is waarbij je van een probleem een feit maakt. Je verandert een 'ja-maar' in een simpele 'ja'. Deze fase noem ik de 'deconstructie fase'. Je breekt het probleem als het ware open, en leg je vervolgens alle feiten, wensen, verwachtingen en verbanden tussen die onderdelen voor je op tafel. Daarmee breng je voor jezelf in beeld hoe het probleem in elkaar zit en uit welke verschillende elementen het bestaat. De deconstructie fase zou je ook als het analytische deel van het "anders denken" kunnen beschouwen.

Die tweede stap: is waarbij je van het 'feit' een nieuwe mogelijkheid maakt. Je verandert een 'ja' in een 'ja en..' Deze fase noem ik de 'constructiefase'. Deze fase is het creatieve deel van het " anders denken proces". Je kijkt als het ware naar de tafel voor je, waarop alle elementen van het probleem zijn uitgestald, en onderzoekt of je op basis van al deze feiten een nieuwe mogelijkheid zou kunnen creëren. Het tegenovergestelde van "anders denken" noem ik "vastdenken" vastdenken is een manier van denken waarbij je jezelf steeds verder in het probleem wegdenkt.

Een kind dat genegeerd wordt, gaat daardoor MEER aandacht vragen. Gedrag dat wij belonen, kan daardoor MINDER aantrekkelijk worden. Als we een kind iets verbieden, zal zijn behoefte om het te doen alleen maar aangewakkerd worden. Ook de escalatie die optreedt bij verbieden, controleren, straffen is een vorm van "vastdenken". Hoe meer het kind "dat mag niet" hoort des te sterker zal het de neiging hebben het stiekem wel te doen, des te meer controle nodig is om het kind te betrappen in de toekomst. "Vastdenken" is vergelijkbaar met jezelf uit een moeras om hoog trekken : hoe meer je beweegt om eruit te komen, des te dieper zal je juist in het moeras gaan.

 

 

 

 

Onvoorwaardelijke acceptatie

De twee stappen van "het anders leren denken" :

Deconstrucueren en construeren lijken een vrij gemakkelijk benadering, maar dat is zeker niet. Om op deze manier te kunnen denken, is een levenshouding van wijsheid nodig. Zolang je er van uitgaat dat kinderen in een museum nergens aan zouden mogen komen, kan je nooit de creatieve sprong voorwaarts maken waarmee je van dit 'lastig' gedrag een nieuwe mogelijkheid kunt creeeren. Zodra je vindt dat kinderen zich op een bepaalde manier "horen" te gedragen, heb je jezelf per defintie in een val gelokt.

Om je manier van denken bij lastig gedrag te kunnen veranderen, moeten we dus een beroep doen op ons vermogen om een kind te accepteren en om van een kind te houden, terwijl het lastig gedrag vertoond. Het lastige gedrag is immers een onderdeel van het kind zijn subhanaAllah. Het verwerpen of een strijd voeren, gaan we de strijd aan met een ons kind. We accepteren ons kind wel, MAAR,... 

 

Liefde, de basishouding om lastig gedrag te kunnen begrijpen, kent geen MAAR. Als liefde een voorwaarde heeft, is het geen liefde. Liefde is onvoorwaardelijk. Net zoals je ook niet een beetje zwanger kan zijn, kan je ook niet gedeeltelijk van een kind houden. Ik begrijp dat dit bij sommige ouders misschien wat radicale uitganspunten kan oproepen. Ik zie de vragen al komen. "Moet je dan alles wat je kind doet toelaten?" Dat is uiteraard niet wat ik bedoel. Met voorwaardelijke acceptatie bedoel ik niet "volledige overgave of berusting". Integendeel, met onvoorwaardelijke acceptatie bedoel ik dat je van het kind houdt zoals het is, het accepteert met al zijn tekortkomingen, gebreken, onhandigheid en dat je zoekt naar manieren om deze "gebreken" in mogelijkheden te zien. Paradoxaal genoeg en hoe raar het ook klinkt werkt het zo dat je in de meeste gevallen lastig gedrag juist versterkt door het te willen bestrijden en het pas kan veranderen door het te accepteren en er met alle liefde en rahma(mededogen) er aan te willen werken.


Reactie plaatsen

Reacties

Liessa Braam
een jaar geleden

Wat een andere kijk weer en een mooie eye opener. Bedankt voor het delen❤️